Twee keer bidden voor het slapengaan 24.7.2019
Een aantal jaren geleden vroeg iemand mij tijdens een spreekbeurt: ‘hoe weet je dat Hij zegent, als je Israël zegent?’ Deze gedachte is ontleend aan Genesis 12:3. Ik geloof in dit principe, maar hoe zie je dat in werkelijkheid gebeuren? Het gebeurt, maar kun je dit verband aantonen. In wezen geldt dit voor het gebed ook. Soms bid ik voor iets, en meen later het antwoord te zien of te krijgen. Ik geloof dat het door het gebed komt, een hard bewijs heb ik niet. Het is geloven en vertrouwen.
Deze maand las ik een bijzonder boek en na de laatste bladzijde flitste door mijn hoofd: wie Israël zegent, zal gezegend worden. Het boek “Twee keer bidden voor het slapengaan” (ISBN 978 90 9804 146 3) is geschreven door Nadine Wojakovski. Nadine schreef een boek over haar Joodse oma en moeder. In de oorlog stond haar oma voor de vreselijke keus: willen we enige kans maken om te overleven, dan moeten we onderduiken, maar dan moeten wij ons zoontje van 5 jaar en onze peuter van een jaar door het verzet naar een ander adres brengen. Je eigen kind! Het kind, de moeder van de schrijfster Nadine, kwam in een christelijk gezin terecht.
Ingrijpend beschrijft zij de overleving van haar oma (en opa) tijdens de slopende jaren van onderduiken. En steeds weer die vragen: waar is mijn zoontje? waar is mijn dochtertje? leven ze nog? Het viel me op, dat gebed een belangrijke rol speelde. Uiteindelijk weten ze de oorlog te overleven en vinden ze de kinderen. Het dochtertje, de moeder van de schrijfster, blijkt ondergebracht te zijn bij een kinderloos echtpaar in Wormerveer. Voor hen is het vervolgens vreselijk moeilijk om hun pleegdochtertje terug te moeten geven. Ze doen het. De ‘oma’ zegt bij het afscheid tegen het kinderloze echtpaar: “we zullen bidden dat jullie zelf een kindje krijgen”.
Een jaar later staan de pleegouders plotseling op de stoep. Met een baby in hun armen. Later in 1948 zullen ze nog een dochtertje krijgen. Wat bijzonder! Is dit het principe van ‘wie Israël zegent, zal gezegend worden’? Ik geloof van wel.