Parasha 28/29 Na de dood Achazrei Mot / Jullie zullen heilig zijn Qedushiem
Lezen Thora: Leviticus 16:1-20:27; Haftara: Amos 9:7-15; Ezechiël 20:2-20, 22:1-16 2e Testament 1 Corinthiërs 6:9-20, Mattheüs 5:43-48.
Ook deze week is het weer een dubbele portie, daardoor hebben we weer veel om te lezen. Dat kan afschrikken, maar ook uitdagen. Lees het rustig door, laat het tot je spreken en probeer de hoofdlijnen te ontdekken. De opening gaat over een bijzondere dag: Grote Verzoendag. Daarna lezen we over vele geboden, gedetailleerd weergegeven. Maar in de Haftara ontdekken we dat het volk zich niet aan Gods onderwijs en geboden hield. Uiteindelijk lezen we dat wij van nature niets beter zijn.
We gaan lezen.
Leviticus 16:1-4 Een opmerkelijke titel: Na de dood. In vers 1 lezen we dat het over de dood van de twee zonen van Aäron gaat. Toen ging het niet goed, ze brachten vreemd vuur. Nu lezen we over Grote Verzoendag, Jom Kippur, de dag van bedekking. Eén van de meest belangrijke dagen. Na de dood: het kan een tijdsduiding zijn, maar de dood bracht scherpte. Gods geboden zijn serieus.
Aäron krijgt de instructie niet te allen tijde in het heiligdom te komen, ook in heilige linnen onderkleding en eerst moet hij offers brengen voor hemzelf. Zijn huis. De belofte wordt uitgesproken: Ik verschijn in een wolk boven het verzoendeksel.
Leviticus 16:5-28 Wisselend lezen we over instructies die Aäron krijgt voor persoonlijke offers en vervolgens voor de offers die hij namens het volk als hogepriester brengt. De meest opvallende zijn wel de twee geiten. Loting bepaald welke geit voor het brandoffer is bestemd en welke geit, die de naam Azazel krijgt, voor het zondoffer. Op deze geit moet Aäron de handen leggen en Azazel, beeld van vloek en zonde, wordt de woestijn in gestuurd.
Opvallend is tevens het bloed dat in het heiligdom wordt gesprenkeld, daarbij wordt het verzoendeksel niet vergeten.
Leviticus 16:29-34 De Grote Verzoendag is een instelling van Jahweh. Op de 10e dag van de 7e maand, het is een volkomen of volledige sabbat, met de nadruk op verzoendag. Toch opvallend dat deze Parasha zo kort na Pesach gelezen wordt. Zit daar iets in: wij hebben dagelijks de reiniging nodig?
Leviticus 17:1-9 De offerplaats Weer een nadrukkelijk gebod. Breng elk rund, schaap of geit dat bestemd is voor de HERE naar de ingang van de tent der samenkomst. Niet op een andere plaats en, terloops wordt dat gezegd, breng geen offer aan veldgeesten.
Vreemdelingen kunnen deel hebben aan het offeren, maar wel op de wijze die Hij voorschrijft.
Leviticus 17:10-16 Opnieuw is er aandacht voor het bloed. Bloed is de ziel van het vlees, bloed bewerkt verzoening. De HERE doet nooit zomaar iets.
Leviticus 18 Huwelijks- en kuisheidswetten De opmerking “Hij doet nooit zomaar iets” slaat zeker op het onderwijs wat we nu lezen. Als het volk wandelt naar Zijn voorschriften, dan gaat het leven komen en kan Hij laten zien dat Hij God is. Daardoor onderscheiden zij zich van Egypte.
We lezen over de vele manieren dat schaamte op een onjuiste manier kan worden ontbloot. Anders gezegd: het geeft leven als we alleen gemeenschap hebben met onze eigen vrouw. Ook de kinderen worden beschermd: geef ze niet over aan Moloch. Heb geen gemeenschap met iemand van hetzelfde geslacht, dat geeft geen leven. Zo wordt nog meer aangegeven. De kern is steeds: weet dat Hij de HERE is, uw God. Hij is de altijd aanwezige.
Leviticus 19 Levensheiliging In het eerste vers lezen we de titel van de 2e Parasha: Heilig zult gij zijn. Het lijkt een belofte, maar het is een keus of dit zichtbaar wordt. Al lezend herkennen we de 10 geboden of woorden uit Exodus 20. De nadruk ligt opnieuw op de sabbat en het eren van je vader en moeder. Bij levensheiliging hoort ook de aandacht voor de arme en de vreemdeling. Heel praktisch: laat iets van de oogst liggen. Heilig zijn of weest heilig, het is nauw verbonden met Hem vrezen.
Er staat te veel in om alles te benoemen. Kort wijs ik op het niet vermengen van twee verschillende soorten en de opbrengst van vruchtbomen. Pas in het vijfde jaar mocht men eten van deze vruchten. Dat vraagt vertrouwen.
Leviticus 20 Strafwetten Hij verlangt dat we met dankbaarheid, liefde en gehoorzaamheid Zijn onderwijs volgen. Tegelijk weet Hij dat de mens dit moeilijk van zichzelf kan opbrengen. Ongehoorzaamheid heeft gevolgen. In dit hoofdstuk wordt veel benoemd.
De afsluiting in vers 27 is een parel: Weest Mij heilig, want heilig ben Ik, de HERE, en Ik heb u afgezonderd van de volken, opdat gij Mij zoudt toebehoren.
Amos 9:7-15 Ongehoorzaamheid heeft gevolgen, noemde ik zojuist. In Amos 9 lezen we onder meer dat Zijn ogen tegen het volk keren, dat ze verdelgd worden. En toch.. niet geheel het huis van Jakob. Dan komt de profeet Amos met prachtige beloften (of parels). Ik zal de vervallen hut van David weer oprichten. De bergen zullen van wijn druipen. Ik zal een keer brengen in het lot van mijn volk Israël.
Ezechiël 20:2-20; 22:1-16 Het proclameren van de parels of beloften uit Amos is zo belangrijk. Zeker als we de twee hoofdstukken uit Ezechiël lezen. De HERE wil zich in de tijd van Ezechiël niet meer laten raadplegen door oudsten en mannen van Israël. Hij had zo vaak gezegd: Ik ben de HERE. Maar de gruwelen deden ze niet weg, nee, ze kozen voor de gruwelen. De sabbatten, een teken tussen Mij en hen, ontheiligden ze. Ook in Jeruzalem vierde de zonde hoogtij. Hij noemde het zelfs een bloedstad. Hij kon niet anders: Ik zal u verstrooien onder de volken en verspreiden over de landen.
Mattheüs 5:43-48 Jeshua (Jezus) komt terug op het onderwijs wat we vandaag of eerder hebben gelezen. Hij is niet gekomen om de Thora te ontbinden, maar tot zijn diepste essentie te vervullen. Hij lijkt er zelfs nog een schepje bovenop te doen.
1 Korintiërs 6:9-20 Door Zijn enorme genade mogen wij het Koninkrijk van God binnengaan. Tegelijk zijn we geënt op het volk Israël, nauw verbonden. Ook wij worden opgeroepen heilig en zuiver te roepen, omdat wij geheiligd zijn. Ook wij kunnen dit niet. Tenzij wij ons keren tot Hem, ons laten afwassen, geheiligd worden door de HERE Jezus Christus, door de Heilige Geest van God. Door genade zijn wij een tempel van de Heilige Geest. Gekocht. Betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam. Wij zijn ook afgezonderd van Egypte.