Parasha 22 En hij verzamelde/Tellingen (Wajaghél/P'kudé)
Lezen Exodus 35:1-40-38; 1 Koningen 7:51-8:22; Hebreeën 8:1-12
Optioneel in verband met de 2e sabbat (van de vier) voor Pesach: Sabbat HaCodesh, de nieuwe maan, is de extra lezing Ezechiël 45:16-46:18
Ik neem deze keer de optionele lezing mee, want het is sluit mooi aan bij de Bijbelgedeelten van de Parasha. Het is een dubbele Parasha, die dit jaar (2021) als één wordt gelezen. Tegelijk zijn wij aangekomen bij de laatste hoofdstukken van Exodus en daarmee sluiten we het tweede boek van Mozes af.
De hoofdstukken bevatten veel herhalingen, die ik nu vluchtig lees, maar het slot is geweldig. Mozes verzamelde heel het volk, hen die afgezonderd waren voor een speciale taak, om alles in gereedheid te brengen om Hem te ontmoeten. En Hij Jahweh, God de Vader, Hij komt met Zijn heerlijkheid. Dit is naar mijn bescheiden mening de lijn van deze Parasha.
Exodus 35:1-3 Mozes roept (verzamelt) het hele volk bijeen om hen opnieuw de geboden van de HERE, het onderwijs, bekend te maken. Het gebod om de sabbat te vieren wordt als eerste genoemd. De viering wordt elke keer benadrukt.
Exodus 35:4-19 De heffing voor de tabernakel wordt opnieuw gedetailleerd beschreven. Allen die kunstvaardig zijn zullen komen om de tabernakel te maken.
Exodus 35:20-29 Het volk kwam en gaf datgene wat de geest of hart hem drong. Deze houding wordt steeds benadrukt, evenals ‘kunstvaardig’. De houding is geheel anders dan bij het maken van het gouden kalf. Daar rukte men het goud uit de oren, etc. Een beeld van gehaastheid.
Exodus 35:30-36:7 Vervolgens worden Besaleël en Ohaliab aangesteld. Zij zijn kunstvaardig, vervuld met wijsheid en inzicht, die Hij geschonken heeft. Ook anderen komen, die vanuit hun hart het werk willen verrichten. Materiaal is er genoeg. Zoveel, dat Mozes het volk moet weerhouden om meer te brengen.
Exodus 36:8-38 De kunstvaardigen maken de tabernakel.
Exodus 37 Besaleël maakte de ark en alles wat in de tabernakel hoorde.
Exodus 38:1-20 Ook het brandofferaltaar en het wasvat voor het voorhof werd gemaakt. En natuurlijk het voorhof zelf.
Exodus 38:21-31 Dit gedeelte kun je ook snel lezen en verder gaan. Maar een paar opvallende zaken. Hier wordt de tabernakel ‘tabernakel van het getuigenis’ genoemd. Eerder ging het over de ark der getuigenis. Getuigenis heeft betrekking op de twee stenen tafelen.
Mooi is ook om te lezen dat de heffing van shekels, in hoofdstuk 30:11-16 genoemd, een bijzonder gevolg heeft. De heffing was per persoon een ½ shekel. Deze shekels verdwenen niet in een kist, maar daar werden onder meer haken van gemaakt voor de pilaren. Ik lees een beeld hierin van een ‘elk persoon krijgt symbolisch een plekje in de tabernakel’.
Exodus 39:1-31 In de hoofdstuk wordt de priesterkleding gemaakt. Eerder is dit al beschreven. Vijf keer wordt genoemd dat de kleding werd gemaakt ‘zoals de HERE Mozes geboden had’.
Exodus 39:32-43 Alles was gemaakt zoals Mozes ze geboden had en zij brachten het bij Mozes. In vers 42 wordt het iets anders genoemd ‘zoals de HERE Mozes geboden had’. Toen ze alles gebracht hadden, of vermoedelijk dat Mozes bij hen kwam, zegende hij hen.
Exodus 40:1-11 De dag van de oprichting van de Parasha is niet willekeurig gekozen. Dat blijkt uit het volgende detail. Wij lezen dat de HERE Mozes opdraagt om de tabernakel op de eerste dag van de eerste maand op te richten. Dat is precies in deze dagen. Als deze sabbat afgelopen is, komt de nieuwe maan tevoorschijn en is het de eerste dag van de eerste maand.
De tabernakel wordt op opgericht en Mozes zalft elk onderdeel.
Exodus 40:12-15 Aäron en de zonen krijgen de kleding en ze worden eveneens gezalfd.
Exodus 40:16 In de vers noemt Mozes ‘overeenkomstig alles wat de HERE hem geboden had, deed hij’. Hij deed dit! Een dubbele uitdrukking om het te benadrukken. En of dit nog niet voldoende is, komt dit in de volgende verzen nogmaals 8 maal voor.
Exodus 40:17-33 Het lijkt een herhaling, maar nu gebeurt het daadwerkelijk, de tabernakel wordt opgericht, eindigend met de woorden ‘zo voleindigde Mozes het werk’.
Exodus 40:34-38 Wat een prachtig einde! Nu gebeurt het. Alles is klaar voor de tent van de Ontmoeting! De wolk bedekte de tabernakel! De heerlijkheid vervulde te tabernakel. Mozes kon niet binnengaan, terwijl hij al het een en ander had meegemaakt.
De wolk werd ’s nachts een vuurkolom. Het werd ook een teken om te vertrekken of om te rusten.
1 Koningen 7:51-8:21 Het gedeelte uit de Haftara heeft veel overeenkomsten. De 1e Tempel is klaar en de leider van het volk, koning Salomo, vergaderde ook het volk. Nu is het in de 7e maand. De priesters brengen de ark naar binnen. In de ark zijn nog steeds de stenen tafelen. De teller slaat door, zoveel schapen en runderen worden geofferd. En dan gebeurt het opnieuw! De heerlijkheid van Jahweh vervult de tempel. De priesters kunnen niet staande blijven. Salomo, de koning, zegent het volk. Een prachtig gebed volgt.
Een prachtige parel: Ik heb dit huis voor de naam van de HERE, de God van Israël, gebouwd.
Hebreeën 8:1-12 Het is ergens in de periode dat de 2e tempel werd vernietigd en deze brief werd geschreven. Opnieuw veel overeenkomsten. Centraal staat Jeshua, de Zoon. Hij is de Hogepriester, die dienst verricht in de ware tabernakel in de hemel. Heeft Mozes deze gezien en nagemaakt?
Zie er zullen dagen komen… in de eindtijd. Vele beloften van heil zullen vervuld worden! Lees ze één voor één en proclameer ze deze week.
Optioneel: Ezechiël 45:16-46:18 Ezechiël profeteert over een nieuwe tempel! Offers zullen gebracht worden, maar ook de feesten gevierd worden. Ook de Nieuwemaansdagen. Als we gaan leven volgens Zijn kalender, dan zullen we nog meer van Zijn Woord en plan begrijpen.