Parasha 5 Sarah, het leven van Sarah  (Chaje)


Lezen Genesis 23:1-25:18; 1 Koningen 1:1-31; Mattheüs 1:1-17


Vorige week eindigden we de Parasha met het offer van Isaak. Abraham gehoorzaamde God, vertrouwde dat Hij in een lam zou voorzien. Hij voorzag in een lam. Isaak bleven in leven en kreeg nageslacht, wat uiteindelijk door de geslachten heen leidde tot David. Vervolgens door vele generaties tot Jozef, de man van Maria. Het volmaakte Lam kwam in deze wereld. Deze verborgen lijn is zichtbaar in deze Parasha. In deze lijn speelt de moeder een belangrijke rol: Sara, Batseba en Maria

Laten we snel beginnen.


Genesis 23:1,2 Na terugkeer is (of korte tijd later) Sara overleden. Zij is in Hebron en Abraham gaat naar haar toe. Hij uit zijn verdriet. Hij heeft zoveel met haar meegemaakt.

Genesis 23:3 Opvallend is dat vanaf nu niet de naam van Sara wordt genoemd, maar van ‘zijn dode’.

Genesis 23:4 Abraham wil haar begraven en gaat naar de Hethieten, om uiteindelijk in vers 17, een spelonk en het bijbehorende veld te kopen. Als vreemdeling en bijwoner wil hij deze plek kopen, en niet ontvangen. De volle prijs wil hij betalen (vers 10). Uiteindelijk gebeurt dat. Belangrijke plaatsen worden steeds gekocht. Moria (door David), waar later de tempel zou komen. Ook hier in Hebron. Het eigendom ging over in de handen van Abraham. Onbetwistbaar. Ook al wordt in de huidige tijd daar anders over gedacht. Wel opvallend dat één van de eerste werkelijke bezittingen van een stuk grond, een grafstede is.

Genesis 24:1 Abraham is oud en hoogbejaard.

Genesis 24:2 Abraham roept zijn, de oudste in zijn huis. Zijn naam wordt niet genoemd, maar het is ongetwijfeld Eliëzer (regelmatig wordt hij ‘de man’ genoemd). De knecht moet voor Isaak een vrouw zoeken, niet een Kanaänitische vrouw, maar uit zijn eigen familie.

Genesis 24:3 De knecht is bereid, maar vraagt zich af of een vrouw hem wil volgen. Nadrukkelijk geeft Abraham aan dat Isaak niet zelf naar het land van zijn voorvaders moet gaan. Abraham is verder heel duidelijk: Hij zal zijn engel voor uw aangezicht zenden.

Genesis 24:10 In één vers wordt de lange reis naar Mesopotamië beschreven. De reis op kamelen, met vele knechten en kostbaarheden.

Genesis 24:12-14 Prachtig is te lezen dat de knecht bij de bron gaat zitten en gaat bidden tot de Bron van het Leven. Hij vraagt om leiding en noemt de wijze waarop hij Gods leiding wil zien. Een vrouw die hem en de kamelen drinken zal geven.

Genesis 24:21 Als Rebekka kort daarna verschijnt, gebeurt dit precies. De knecht zegt niets, let zwijgend goed op, om te weten of de HERE zijn weg voorspoedig maakt.

Genesis 24:26,27 Nadat de knecht nader met haar kennismaakt, sieraden geeft, ontdekt hij dat de vrouw familie is van Abraham. In het zand buigt hij voor de HERE en valt languit. Hij erkent dat God hem leidt.

Genesis 24:28 Voor de eerste keer komt Laban in beeld. Jaren later opnieuw als Jakob naar Mesopotamië vlucht. Het lijkt dat hij meer oog heeft voor de kostbaarheden.

Genesis 24:36-47 De knecht vertelt bij aankomst in het huis van Betuël het hele verhaal. Mooi is dat hij Sara noemt als degene die Isaak heeft gebaard. Isaak heeft al de bezittingen van Abraham gekregen. Tot in detail vertelt hij hoe de HERE hem geleidt heeft om een bruid te zoeken voor Isaak en dat Rebekka degene is.

Genesis 24:49 Laban en Betuël herkennen dat dit de weg van de HERE. Uit dankbaarheid dat ze Rebekka geven, werpt hij zich zonder schaamte opnieuw op de grond (ter aarde).

Genesis 24:55,56 De volgende dag wil de knecht met Rebekka en haar vertrekken. Laban en haar moeder willen het vertrek nog uitstellen. De knecht is overtuigd: God heeft mijn weg voorspoedig gemaakt. Hij wil naar Abraham en Isaak. Rebekka aarzelt niet. De zegen die zij meekrijgt “uw nageslacht bezitte de poort van zijn haters”, doet denken aan het woord wat Abraham kreeg voor het nageslacht in 22:17). Wat kan één dag je leven veranderen!

Genesis 24:63 Ondertussen loopt Isaak te peinzen in het veld. Naar ik meen, ook wel eens vertaald met bidden. Hij slaat zijn ogen op en ziet een stoet aankomen. Rebekka slaat haar ogen op en ziet een man. Het blijkt haar bruidegom te zijn.

Genesis 24:67 Rebekka wordt in de tent van Sara(!) gebracht. Eindelijk vind Isaak troost.

Genesis 25:1 Het overige nageslacht van Abraham wordt genoemd. Na de dood van Sara neemt hij Ketura als vrouw.

Genesis 25:5,6 Opnieuw wordt genoemd dat Isaak al de bezittingen krijgt. De zonen van Ketura krijgen geschenken.

Genesis 25:9 Zeer opvallend is dat Isaak en Ismaël samen hun vader Abraham begraven. Ineens is hij weer in beeld. Is dit een profetisch plaatje?


1 Koningen 1 David is ook oud en hoogbejaard. Ergens is bekend dat Salomo zijn opvolger wordt. Maar er is onduidelijkheid. Zo helder als Abraham alles regelde, zo aarzelend lijkt David te handelen. In de leemte probeert een andere zoon, Adonia, het koningschap op te eisen. Natan de profeet komt in actie en door de moeder, Batseba, wordt er ingegrepen. David wijst Salomo aan als koning.

Door Salomo gaat het nageslacht verder en het koningschap.


Mattheüs 1:1-17 Van Abraham tot David. Van Salomo naar Jechonja. Van Jechonja naar Jozef. In totaal 42 geslachten. Jozef wordt de man van Maria, de moeder van Jeshua, Jezus. De Heilige Geest leidde de bijzondere geboorte, zoals de Vader de vaders en moeders heen waakt over Zijn beloften en Belofte. Het Lam is gekomen. De Messias. Door Hem zijn wij geënt op dit bijzondere nageslacht..