Parasha 41 Pinechas
Lezen Thora: Numeri 25:10-30:1 Haftara: Jeremia 1:1-2:3 2e Testament: Johannes 2:13-22
Opnieuw een Parasha met de naam van een persoon als titel. Eerder hadden we Noach, Korach, Balak (een week geleden) en nu Pinechas. Ineens komt hij in beeld. In de Parasha zelf lijkt hij na enkele verzen weer te verdwijnen. Toch komt zijn houding terug. Zeker bij de lezing uit Jeremia, en ook de verzen uit Johannes hebben een duidelijke connectie.
‘IJver’ en ‘het woord’ zijn voor mij terugkerende begrippen, maar ook een ‘nieuwe generatie’ wordt geroepen.
Numeri 25:10-15 De vorige keer werd hij al genoemd: Pinechas. Hij stak een Israëlitische man neer en een Midjanitische vrouw, die samen naar de tent der samenkomst kwamen. God zag het als ijver voor Hem. Pinechas was opgestaan. Hij kon het niet aanzien, maar zijn actie zorgde dat de plaag stopte die onder de Israëlieten was gekomen. God geeft hen, het priesterlijke geslacht, een verbond van vrede. Opvallend vind ik dat de namen van de Israëlische man en Midjanitische vrouw gedetailleerd worden genoemd.
Numeri 25:16-18 In deze verzen komt naar voren dat de Midjanieten, als verantwoordelijken voor de verleiding, niet zomaar wegkomen. Een oordeel wordt aangekondigd.
Numeri 26:1-4 De HERE sprak tot Mozes en … Eleazar: neem het getal op. Voor de 2e keer moest het volk worden geteld. Velen waren in de woestijn overleden. Een nieuwe generatie had zich aangediend. Net zo ijverig als Pinechas? Het mooie is dat in Numeri steeds geschakeld wordt van actuele gebeurtenissen naar onderwijs van God en dat Hij ondertussen voorbereidingen treft van de inname van het Beloofde Land.
Numeri 26:5-11…., 51,57 Elke stam wordt geteld met Ruben als eerste. In totaal zijn er 601.730 getelden. Ongeveer 2.000 minder dan bij de eerste telling. De Levieten werden ook deze keer niet meegeteld.
Numeri 26:52-56 De telling werd gedaan met het oog op de verdeling van het land. De grootste stam kreeg het grootste deel. Alles in de juiste verhouding.
Numeri 27:1-11 Een paar dochters van de stam Manasse komen naar Mozes toe. Zij liepen niet te hoop, maar stellen een gerichte vraag. Geheel open leggen zij aan Mozes voor dat de naam van hun vader verloren gaat, aangezien hij geen zonen had. De atmosfeer is goed en prettig. Mozes reageert met een parel: “Hij bracht haar rechtsvraag voor het aangezicht van God. Deze geeft aan Mozes een duidelijk antwoord, zodat toch de naam kan worden behouden.
Numeri 27:12-23 Na deze gebeurtenis moet Mozes een berg beklimmen. Daar kan hij het land zien, wat hij nu niet zal betreden. De reden, Mij weerstreven, wordt nogmaals genoemd. Mozes reageert door te spreken over een herder die het volk nodig heeft. God wijst Jozua aan, die voor de priester Eleazar en het volk, zich moet stellen. Dan krijgt hij een deel van de heerlijkheid van Mozes en ontvangt de bevelen.
Numeri 28 Nadat een nieuwe generatie is geteld en een nieuwe leider is aangesteld, worden de dagelijkse offers en de offers op de feestdagen onder de aandacht gebracht. Is dat niet voldoende gebeurd? Het kwam bij mij over dat dit specifiek voor de nieuwe generatie is geschreven. Om te benadrukken hoe belangrijk de offers en de feesten voor Hem zijn. ‘Het is Mijn offergave, het is Mijn liefelijke reuk…’.
De sabbat wordt genoemd, maar alle voorjaarsfeesten en de najaarsfeesten. Specifiek worden de offers tijdens het Loofhuttenfeest genoemd. Op de 1e dag 13 jonge stieren, op de 2e dag 12,…op de 7e dag 8 stieren en de 8e dag één stier.
Wanneer je dit optelt, dan komt je op 70 stieren. In de uitleg van rabbijnen wordt gesproken dat 70 stieren staat voor elk volk. Met andere woorden op het Loofhuttenfeest werd voor elk volk een stier gebracht. Het getal dertien zou staan voor alle stammen. Levi is dan nummer dertien.
Numeri 30:2 De Parasha eindigt met: "Dit is het woord, dat de HERE gesproken heeft. Volgende week gaan we in op welk woord. Voor nu zie ik het ‘woord’ in de overige Bijbelgedeelten terugkeren.
Jeremia 1:1-2:3 De Haftara-lezing is uit Jeremia. In het eerste hoofdstuk wordt hij geroepen om de woorden te spreken die Hij in zijn mond legt. Vanwege zijn leeftijd sputtert Jeremia tegen, maar de HERE overtuigt hem “Ik ben bij u om u te bevrijden’”. De opdracht is ‘om volken af te breken (uit te rukken) en te verdelgen' en om ‘te bouwen te planten’.
Jeremia is jong, een nieuwe generatie. Hij is gepassioneerd, net als Pinechas. Hij spreekt de woorden en komt voor Zijn volk op, net als Pinechas.
De verzen 2:2,3 zijn parels.
Johannes 2:13-22 In Johannes lezen we over Jeshua die door de ijver voor Zijn huis verteerd wordt. Met een zweep maakt hij de tempel schoon. Hij spreekt over de tempel die afgebroken wordt en na 3 dagen weer opgebouwd. Later begrijpen de discipelen dit nog beter en geloofden zij de Schrift en het woord.
Wat doen wij met het huis dat verontreinigd is? Komen wij op voor Zijn Woord, Zijn heiligheid? Komen wij op voor Israël en de gemeente? Heer, laat ons verteren door Uw ijver.