Parasha 45 Ik smeekte  (Va'etchanan)


Lezen Thora: Deuteronomium 3:23-7:11 Haftara: Jesaja 40:1-26 2e Testament: Mattheüs 23:31-39


Voorheen vond ik Deuteronomium een lang boek. Het sprak me niet echt aan. De laatste jaren is daar een kentering in gekomen. Het is een boek met zoveel rijkdom. Deze week ontdekte ik dat ook weer. Meestal ontdek ik achteraf een lijn. Nu begon het in al in het eerste hoofdstuk. Het woord ‘ogen’ (zien) kwam steeds terug, daarna ‘(h)oren’, vervolgens het hart of je diepste innerlijk, dan zullen we spreken. Deze lijn kon ik doortrekken naar de hoofdstukken uit Jesaja en Mattheüs.

Laten we beginnen.


Deuteronomium 3:23-29 Mozes smeekte. Het is de titel van deze Parasha. God had gezegd dat hij het beloofde land niet zou betreden. Mozes kon vanuit zijn diepste innerlijk zich uitspreken tegen God. God was begonnen zijn sterke macht te laten zien. Toen kreeg Mozes de opdracht de berg op te gaan. Met eigen ogen zou hij het land zien. Jozua zal naar de overzijde trekken. Nogmaals staat er: het land dat gij zult zien.

Deuteronomium 4:1,2 Hoewel Mozes hier spreekt over ‘hoor Israël’, blijft vooral het zien met (eigen) ogen wat opvalt.

Deuteronomium 4:3,4 Met eigen ogen heeft het volk kunnen zien dat alle mannen die Baäl-Peor door God waren verdelgd.

Deuteronomium 4:6 Als het volk Zijn geboden doet, zal het wijsheid en inzicht zijn in de ogen van de volken.

Deuteronomium 4:7-20 Mozes maakt duidelijk dat er geen volk is, die van God zulk onderwijs heeft ontvangen als Israël. Met eigen ogen hebben ze grote dingen gezien, die ze niet mogen vergeten. Zoals het moment bij de berg Horeb, toen zij de wet, beter gezegd de Thora, ontvingen.

Prachtige uitdrukking: een geluid van woorden. Zo benoemt Mozes de stem van God. Hij gaf zoveel onderwijs, zoals ‘geen afbeelding van een dier maken of van een mens’. God kende de zwakheid van de mens om iets zichtbaars te maken. Een andere waarschuwing: sla uw ogen niet op naar de zon, maan en sterren en voor deze te buigen.

Deuteronomium 4:21-29 Nu komt Mozes terug op het feit dat hij door boos te worden op het volk niet het Beloofde land mocht binnengaan. Hij waarschuwt het volk, als zij wel binnengaan, geen dingen te doen die kwaad zijn in de ogen van God. De gevolgen kunnen groot zijn: verstrooid worden onder de volken.

Deuteronomium 4:30-40 Geweldige woorden worden genoemd. Hoe heftig de toekomst ook is, het volk kan zich altijd bekeren, opnieuw naar Hem luisteren, want Hij is een barmhartig God. Hij heeft tijdens de uittocht voor jullie ogen wonderen verricht. Hij is de enige God. Na deze woorden benoemt Mozes opnieuw: onderhoudt Zijn geboden, opdat het jullie wel gaat.

Deuteronomium 4:41-49 Mozes sluit zijn eerste toespraak af. Hij zonderde 3 vrijsteden af en beschrijft gedetailleerd de plek waar zij verblijven.

Deuteronomium 5:1-5 Een tweede bijeenkomst wordt belegd. Mozes begint opnieuw te spreken over Horeb. Hij doet dat op een manier, alsof het volk dat luistert naar zijn woorden, bij Horeb zelf was. Maar het is een nieuwe generatie. Zij moeten de woorden horen: Hoor Israël.

Deuteronomium 5:6-21 De tien woorden (geboden) worden vervolgens door Mozes herhaald.

Deuteronomium 5:22-33 Het volk geeft door oudsten en hoofden van stammen aan, dat zij Zijn stem hebben gehoord, maar deze stem vrezen zij. Het vuur zal ons verteren, als wij nog langer naar Zijn stem horen. Zij willen dat Mozes moet horen en het overbrengen. De HERE hoorde ook deze woorden. Zijn reactie is zo mooi “Och, hadden zij steeds zulk een hart om Mij te vrezen en om al mijn geboden te onderhouden”.

Zij (wij) kunnen met onze ogen Gods werk zien, met onze oren Zijn woorden horen, maar het moet landen in ons hart of onze binnenste. Dan krijgen wij diep ontzag voor Hem.

Deuteronomium 6:1-25 Mozes doet zijn uiterste best dat de woorden binnenkomen. Hij benadrukt steeds ‘opdat het jullie ga, een lang leven krijgen’. Prent het in, ook de volgeden generaties. De shema (= horen en doen) kunnen we lezen: Hoor Israël, de HERE is onze God, de HERE is één.

Mozes gaat door. Wanneer jullie in het land zijn en het gaat jullie goed, vergeet Hem niet. Vrees Hem, dien Hem. Onderwijs uw zoon. Laat hem de geschiedenis horen. Allemaal bedoeld dat het in je hart komt. Je ziet 5:29 wordt uitgewerkt in dit hoofdstuk.

Deuteronomium 7:1-11 Als het volk in het land komt, dan zal het elke bewoner met het land moeten verslaan. Laat niemand achter. Sluit met niemand een verbond. Mozes noemt nog meer wat ze niet moeten, om te voorkomen dat ze afgoden gaan volgen. Gij zijt een heilig volk, uit alle volken gekozen om Zijn volk te zijn. Alleen maar omdat Ik u liefhad. Wanneer je deze liefde toelaat in je hart, dan zul je zien dat Hij enig en trouw is, vol van goedertierenheid.


Jesaja 40:1-26 De sabbat die nu komt, is de eerste van 7 sabbatten die voorafgaan aan de najaarsfeesten. Het draagt de naam Shabbat Nachamu, de shabbat van troost mijn mensen.

Een prachtig hoofdstuk. Spreek tot het hart van Jeruzalem. Het zal dubbele vergoeding van al zijn leiden. Hoor, iemand roept. De heerlijkheid van de HERE zal zich openbaren en al het levende zal dit zien. Deze boodschap is niet bedoeld om alleen te ontvangen, maar als wij zijn heerlijkheid dit gaan uitroepen. Zie, hier is uw God. Hij zal als een herder zijn kudde weiden.


Mattheüs 23:31-39 Over de laatste verzen van dit gedeelte, vers 37-39, heb ik een hele cursus over ontwikkeld.(1) Elk vers heeft een diepe betekenis. Het verdriet over Jeruzalem, het huis wat wordt overgelaten, maar die enorme genade. Als jullie gaan roepen, misschien kan ik zeggen ‘als jullie gaan smeken’: Gezegend Hij die komt, dan weet Hij zich welkom en gaat komen. De mensen zullen Hem gaan zien. De Messias: Jezus, Jeshua. Wie moeten met name roepen? Gelet op de context: de moderne Farizeeën. In mijn ogen zijn dit de ch@rediem, de ultr* *rthodoxe Joden.

Bid mee, dat zij naar Hem gaan roepen!


(1) Meer informatie over de cursus Als God zijn stem doet horen… kijk bij Onderwijs.