Parasha 44 De woorden     Devarim


Lezen Thora: Deuteronomium 1:1-3:22 Haftara: Jesaja 1:1-31 2e Testament: Handelingen 9:1-19a


Vandaag beginnen we met het 5e boek van Mozes, bij ons bekend als Deuteronomium. De betekenis is tweede (deutero) wet (nomos). Het wordt tweede wet genoemd, omdat Mozes in dit boek door middel van een aantal ‘preken’ het hele onderwijs herhaalt en hier en daar iets toevoegt. Het is daarnaast een terugblik op de reis en het staan op de drempel van het beloofde land binnengaan. Weliswaar zonder Mozes. In het laatste hoofdstuk sterft hij.

Met de start van Deuteronomium komen we ook steeds dichter bij de najaarsfeesten. We zullen dat merken in het rooster. Het kostte me enige moeite om een rode lijn ontdekken, maar het woord ‘recht’ komt mijns inziens in deze gedeelten terug.

Laten we beginnen.


Deuteronomium 1:1-5 Mozes beschrijft precies waar hij ‘de woorden’ uitspreekt. Er staat dat Mozes de wet ontvouwde. Hij benoemt ook de lengte van (een deel) de reis. Het had in 11 dagen gekund, maar het werden 38 jaar.

Deuteronomium 1:6-8 Bij de berg Horeb kwam het woord van God: Trekt op. Begeeft u op weg. Naar het land, zeer groot in omvang. Groter dan de huidige situatie. Bewust brengt Mozes de verbinding met de beloften aan Abraham, Isaak en Jakob.

Deuteronomium 1:9 In deze lijn refereert Mozes aan de belofte die Hij aan Abraham had gegeven, dat zijn nageslacht zou zijn als sterren aan de hemels.

Deuteronomium 1:10-18 Mozes vindt het belangrijk om te noemen dat Hij niet alleen de zorg kon dragen. Daarom had hij uit elke stam wijze mannen aangesteld, die het rechtssysteem gingen vormen. Het uitgangspunt is eerlijke rechtspraak, geen aanzien des persoons en het recht van God.

Deuteronomium 1:19-22 Een toevoeging, waar ik in de inleiding over sprak, is dat het volk om verspieders voeg.

Deuteronomium 1:23-33 Ook de reacties na het verslag geeft iets nieuws aan. Het volk spreekt uit: de HERE haat ons. Woorden als ‘Vreest niet’, ‘Hij zal voor ons strijden’ kwamen niet meer over.

Deuteronomium 1:34-40 De gevolgen waren groot. 38 jaar zou men in de woestijn blijven. Een hele generatie zou daar sterven. God beloont de gehoorzaamheid en het geloof van Kaleb en Jozua.

Deuteronomium 1:41-46 In Numeri is daar ook al over geschreven, maar het volk reageerde overmoedig. In eigen kracht begon men te strijden. Dat werd geen succes.

Deuteronomium 2 In een aantal hoofdlijnen noemt Mozes de terugkeer naar de woestijn en vanaf het moment dat men de strijd aanging (ook met Refaïeten), om uiteindelijk tot het huidige moment te komen. Dichtbij Jericho zou men de oversteek nemen. Al buiten de inname had Hij laten zien, dat Hij voor hen strijdt, door onder meer ‘schrik en vrees’ voor u op de volken te leggen. Er was geen stad die onneembaar was.

Deuteronomium 3 De laatste overwinningen worden beschreven, met name op de koning van Basan, Og. In vers 21 wordt genoemd dat dit voor Jozua zeer belangrijk is. Hij heeft met eigen ogen kunnen zien wat God deed. Daardoor hoefde Jozua niet te vrezen. Hij is betrouwbaar.

Mozes had toch nog gehoopt dat hij mee mocht. Hij bleef vragen aan God. Maar het antwoord was nee. Dat was niet gemakkelijk voor hem.


Jesaja 1 Dit gedeelte begint met het ‘gezicht’ wat Jesaja zag. De sabbat (vandaag) draagt de naam visioen en is gelinkt met dit gedeelte. Na de sabbat is het Tisha B’av, een zeer belangrijke rouwdag binnen het Jodendom.(1) Door de eeuwen heen hebben grote gebeurtenissen uit de Bijbelse en de wereldgeschiedenis precies op deze dag plaatsgevonden. Bijvoorbeeld de verwoesting van de 1e en de 2e tempel. Jesaja 1 sluit hier bijzonder bij aan. Het lijden van het volk.

Het volk zondigde. Veel wordt beeldend en toch concreet benoemd. Het eindigt weer met genade: een rest zal ontkomen. Offers werden zonder gehoorzaamheid gebracht, maar op een huichelachtige wijze.  Genade komt tevoorschijn. God wil rechtspreken en geeft aan ‘al waren uw zonden als een scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw….’ Het bekende vers. Een parel.

Eens zal in Jeruzalem weer recht worden gesproken. Het zal de stad der gerechtigheid worden genoemd, omdat Sion door recht wordt verlost.


Handelingen 9:1-19a Ik kwam meerdere gedeelten tegen die gelezen worden uit het 2e testament, bekend als het Nieuwe Testament. Ik koos voor de bekering van Paulus. Hij wilde zuiver en toegewijd leven. In zijn toewijding ging hij zo ver, dat hij gelovigen in Jeshua (Jezus) vervolgde. Hij dacht het recht aan zijn kant te hebben.

Op weg naar Damascus kwam er plotseling licht uit de hemel. We kennen het verhaal. Saulus moet een antwoord geven op de vraag: waarom vervolg je Mij, Jezus? Hij krijgt een grote opdracht mee: Mijn naam te brengen voor heidenen en koningen en de kinderen Israëls.

Hij, de Rechtvaardige, wil dat het Evangelie aan Israël en onder de volken bekend wordt gemaakt. Laat net als bij Saulus de schubben van hun ogen vallen.


(1) In mijn cursus Als God Zijn stem doet horen door Israël, ga ik hier op in.